Gezamenlijke aanpak lastige huurders
21 feb 2006
Gezamenlijke aanpak lastige huurders
AKKRUM – Gemeenten, woningcorporaties en maatschappelijke opvang gaan nauwer samenwerken om probleemhuurders te goed begeleiden. Met als doel hun levensomstandigheden te verbeteren en de overlast voor andere huurders te verminderen. In alle gemeenten komen sociale teams om de begeleiding te verbeteren.
Vanmiddag tekenen de Vereniging Friese Gemeenten (VFG), de vereniging voor Friese wooncorporaties Aedes, de Samenwerkende instellingen Maatschappelijke Opvang Friesland (SMO) en de Verslavingszorg in Akkrum een intentieverklaring. Daarin spreken ze af dat ze voortaan samen optrekken bij hun contacten met probleemhuurders. Dat zijn mensen met een grote huurschuld, of mensen die door hun gedrag overlast veroorzaken voor de omwonenden. Volgens de ondertekenaars van de afspraken kan het leven van de probleemhuurders, maar ook het woongenot van hun buren, veel beter.
Om dat te bereiken, komen er in elke gemeente sociale teams. Die zijn er in enkele gemeenten al. In de loop van dit jaar is het de bedoeling dat andere gemeenten de goede voorbeelden op dit gebied gaan volgen. Deze sociale teams komen zo snel mogelijk in actie als er problemen geconstateerd worden. Daarvoor moet er een centraal meldpunt komen, dat 24 uur per dag beschikbaar is. Alle betrokkenen kunnen bij zo’n meldpunt terecht voor het inschakelen van crisisinterventie, maar ook als er op iets langere termijn behoefte is aan begeleiding en opvang.
Corporaties
De woningcorporaties proberen zo weinig mogelijk mensen uit huis te zetten. Voortaan komt er altijd een persoonlijk gesprek met een huurder die een huurachterstand heeft. Pas in laatste instantie komt de deurwaarder in zicht.
“Mensen verdienen een tweede kans”, zegt voorzitter C. Oprins van Aedes. “Als corporatie zit je soms in een spanningsveld tussen het belang van de huurder, en dat van de omwonenden die last van hem hebben. Maar wij vormen de bodem van de volkshuisvesting in Nederland, en mensen moeten toch ergens terechtkunnen. Die verantwoordelijkheid hebben wij en voelen wij.”
Oprins verwacht dan ook veel van de nauwere samenwerking. “De opzet vind ik ook goed. Eerst een intentieverklaring, dan een jaar zoveel mogelijk presteren, en aan het eind van het jaar maatregelen vastleggen in een convenant.” Oprins verwijst naar de evaluatie van het project dat in december van dit jaar gepland staat. “Wat mij betreft, komt er ook een resultaatverplichting. We kunnen meer doen.”
Een ander voorbeeld van samenwerking is dat de corporaties met de SMO en Verslavingszorg gaan kijken hoeveel speciale woningen er nodig zijn voor de cliënten van deze instellingen. De corporaties proberen dan genoeg huizen beschikbaar te stellen voor deze vormen van begeleid wonen en sociale pensions.
Bron: Friesch Dagblad (21-02-2006)