Onbalans in ‘wadkunde’
Waddenacademie gaat bepalen wat we écht moeten weten
Onbalans in ‘wadkunde’
Leeuwarden - Er wordt nog te veel waddenonderzoek gedaan naar dingen die niet superbelangrijk zijn om te weten. Vooral op natuurgebied worden wel erg veel details onderzocht. Tegelijk blijven belangrijke vragen liggen op sociaal-economisch en cultuurhistorisch gebied. De Waddenacademie dient deze onbalans gelijk te trekken.
Dat zei hoogleraar W. van Vierssen gisteren bij de presentatie van het ondernemingsplan voor de Academie, die na de zomer in Leeuwarden begint in het voormalige Old Burger Weeshuis aan het Ruiterskwartier. Van Vierssen heeft in opdracht van Commissaris der Koningin Nijpels omschreven wat de Waddenacademie gaat doen: ,,Op een rustige, systematische manier de kennisleemten inventariseren en die opvullen. Wat willen we nu écht weten van het waddengebied? We stellen prioriteiten ten aanzien van het ene onderzoek en proberen het andere wat af te remmen.”
Dat betekent niet dat er nooit meer iemand mag promoveren op - om eens iets te noemen - de grootte van de kartel in het zaagschelpje. Wel dat zulk onderzoek ,,volledig voor rekening en verantwoordelijkheid van die onderzoeker komt”, aldus Van Vierssen. Wie aanspraak wil maken op een onderzoekssubsidie van een van de ministeries (Landbouw, VROM, Onderwijs) of uit het Waddenfonds, zal echter moeten inhaken op een van de onderzoeksvragen van de Academie.
Commissaris Nijpels: ,,De Waddenacademie zal bestaan uit vijf hooggekwalificeerde wetenschappers uit de ecologie, de hydromorfologie, de kennis van de diepere ondergrond, de sociaal-economie en de cultuurhistorie. Die kunnen bepalen aan welke antwoorden de samenleving of de overheid behoefte heeft. Dat onderzoek hoeft de Academie niet allemaal zelf te doen. Ik stel me juist voor dat wanneer de Academie zegt: ,,dat moeten we weten”, dat er dan vanzelf universiteiten en instituten opstaan die het willen uitvoeren.” Bij het selecteren van de thema’s worden de hoogleraren geadviseerd door een maatschappelijke adviesraad onder leiding van Nijpels.
De Academie kan vervolgens zelf geld beschikbaar stellen (er is met aftrek van overhead een miljoen euro per jaar te verdelen voor onderzoek) of bemiddelen bij het verkrijgen van een ‘losse subsidie’ uit het Waddenfonds of andere bronnen. ,,Er is ongeveer 4 procent van het Waddenfonds bedoeld voor ‘kennisontwikkeling’, aldus Nijpels. Het gaat dus om tientallen miljoenen die verdeeld moeten worden.”
Voorschieten
Naar de Academie zelf vloeit ieder jaar 900.000 euro uit het Waddenfonds. Fryslân legt als gastheer en als provincie met het meeste waddenoppervlak 50.000 euro bij; Groningen en Noord-Holland elk 25.000 euro. Dat het Waddenfonds nog zeker tot eind dit jaar niet zal uitkeren omdat het nog moet worden goedgekeurd door de Europese Commissie, houdt de start van de Academie na de zomervakantie niet tegen: het ministerie van LNV en de provincie schieten de kosten voor. De zoektocht naar geschikte wetenschappers begint nu; Nijpels heeft Van Vierssen gevraagd die klus op zich te nemen, in samenspraak met de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen, waar de Waddenacademie een instituut van wordt.
Bron: Friesch Dagblad (14-05-2007)
