40 miljoen voor levensloopproject
Aardgasbaten gebruikt voor UMCG-onderzoek LifeLines
40 miljoen voor levensloopproject
Groningen - Het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) heeft veertig miljoen euro gekregen voor het LifeLines-onderzoek. Voor dit onderzoek wordt de gezondheid van 165.000 noorderlingen gevolgd. Het geld komt uit het Fonds Economische Structuurversterking.
LifeLines is een groot wetenschappelijk onderzoek dat in elk geval de komende dertig jaar de gezondheidsontwikkeling van 165.000 mensen volgt. Alle gevolgden komen uit Fryslân, Groningen of Drenthe.
Het extra geld dat het UMCG nu gekregen heeft voor dit onderzoeksproject, zal het ziekenhuis steken in een biobank. De gegevens van de deelnemers aan LifeLines worden in die biobank opgeslagen. In de biobank komt het verzamelde lichaamsmateriaal als bloed en urine in combinatie met de geanonimiseerde digitale gegevens van elke persoon terecht. Die betreffen de metingen van lengte, gewicht, bloeddruk, hart- en longfunctie en de gegevens over de persoonlijke medische historie of het voedings- en bewegingspatroon.
Door die gegevens in de biobank op te slaan en toegankelijk te maken voor wetenschappelijk onderzoek, hoopt het UMCG uiteindelijk meer te weten te komen over het ontstaan van ziekten en de beste manieren om ziekten te behandelen of te voorkomen.
Dat juist dit project is uitgekozen om geld uit het FES - gevuld met aardgasbaten - in te investeren, heeft te maken met het vliegwieleffect op andere activiteiten in de regio. Ook verwacht het kabinet positieve effecten op de werkgelegenheid in het noorden op langere termijn. Het is de bedoeling dat er in samenwerking met het Samenwerkingsverband Noord-Nederland ook extra geld van de drie provincies wordt vrijgemaakt. Met de veertig miljoen euro uit het FES kan LifeLines in elk geval verder tot medio 2015.
Drie generaties
Het onderzoek van LifeLines wordt nergens anders op deze manier gedaan, omdat er uiteindelijk drie generaties worden gevolgd. De werving loopt via de huisartsen in het Noorden. Op dit moment zijn zij bezig met de eerste 45.000 deelnemers, die tussen de 25 en 50 jaar oud moeten zijn.
De deelnemers worden gevraagd elke vijf jaar langs te komen. Het onderzoek bestaat dan uit het invullen van een aantal uitgebreide vragenlijsten, een lichamelijk onderzoek en het afstaan van bloed en urine.
Aan de eerste groep van 45.000 worden na verloop van tijd de partners, ouders en uiteindelijk ook de kinderen toegevoegd, totdat er in totaal 165.000 mensen worden gevolgd. Dat geeft een overzicht van de ontwikkeling van de gezondheid door de generaties heen. Het onderzoek is eind 2006 van start gegaan en op dit moment zijn meer dan tienduizend deelnemers onderzocht.
Bron: Friesch Dagblad (11-06-2009)