Busbedrijven ontduiken te vaak regels
Inspectie maakt zich zorgen
Busbedrijven ontduiken te vaak regels
Leeuwarden - Busbedrijven in het openbaar vervoer en voor georganiseerde vakantiereizen zetten de veiligheid van hun reizigers nog te vaak op het spel door de regels te negeren. Dat stelt de Inspectie Verkeer en Waterstaat in haar jaarbericht. OV-bussen hebben opvallend vaak technische gebreken; in touringcars zitten de chauffeurs vaak te lang achter het stuur.
De Inspectie heeft veiligheid in het openbaar busvervoer tot speerpunt voor dit jaar benoemd, nadat er vorig jaar nogal wat klachten van reizigers waren: buschauffeurs zouden veel meer passagiers meenemen dan toegestaan en de bussen zelf hadden allerlei gebreken.
In februari van dit jaar leidde die verscherpte aandacht al tot het aan de kant zetten van 22 bussen van Arriva in Noord-Brabant: deze bussen bleken absoluut onveilig door problemen met remmen, stuur en wielophanging. Volgens de Inspectie moet er dit jaar een goede juridische basis komen om slechte bussen definitief van de weg te weren: tot die tijd zullen er bij alle ov-bedrijven controles plaatsvinden.
In het touringcarvervoer gaat het met de technische staat van de bussen juist steeds beter. De Inspectie haalde vorig jaar 1828 keer een bus naar de kant voor een onverwachte controle: in 306 gevallen (16,8 procent) bleek er technisch iets niet in orde; een jaar eerder was het overtredingspercentage nog bijna 27 procent.
Het handhaven van de rij- en rusttijden blijkt echter nog steeds een groot probleem. Er zijn vorig jaar bijna 2600 controles gehouden en in 20 procent van de gevallen moest er een waarschuwing of een proces-verbaal worden uitgedeeld. Volgens de Inspectie is er wel een verschuiving te zien. De pendeldiensten naar zomer- en wintersportgebieden - waarvoor je een plaats moet bespreken - doen het beter dan voorgaande jaren. Op de internationale lijndiensten tussen hoofdsteden daarentegen worden juist meer en ernstiger overtredingen geconstateerd.
De Stichting Keurmerk Touringcarbedrijf, die 160 van de 570 busbedrijven vertegenwoordigt en 2750 van de 4500 bussen onder controle houdt, zegt dat overtreding van de regels niet valt goed te praten. Manager N. Zethof benadrukt echter wel dat een chauffeur die iets te lang rijdt volgens de regels, beslist niet meteen een gevaar op de weg is. De Europese regels voor rij- en rusttijden zijn namelijk extreem streng en vooral gebaseerd op de ervaringen met vrachtwagenchauffeurs.
Duurder
Dat zegt ook hoofd planning B. Hiemstra van Dalstra in Surhuisterveen. ,,Vrachtwagenchauffeurs moeten de hele dag ‘doorbonken’ en moeten daarnaast nog zwaar lichamelijk werk doen bij het laden en lossen. Voor hen kan ik me voorstellen dat ze beschermd moeten worden.”
Een buschauffeur kan echter makkelijk een achtdaagse rondreis aan zonder een centje pijn, stelt Hiemstra. ,,Op de dagen tussen de heen- en de terugreis werkt hij maar een paar uurtjes, brengt hij de gasten misschien even naar de stad en ’s middags weer terug. Maar zo iemand moet toch na vijf dagen een volledig etmaal vrij zijn. We moeten daardoor veel vaker chauffeurs invliegen om hun collega’s af te lossen. Ik durf te stellen dat het voor de veiligheid niets uitmaakt. Maar voor de klant wordt de reis uiteindelijk wel duurder.”
Hiemstra ondervindt flinke roosterproblemen door de strenge regels: ,,Een binnenlandse dagtocht bijvoorbeeld mag uit en thuis nog maximaal vijftien uur duren, anders moet de chauffeur verplicht negen uur rusten tussen de heen- en de terugreis. Vanuit het Noorden zit je al redelijk snel aan die tijd. Dan kan het dus voorkomen dat je gasten de héle dag in bijvoorbeeld Rotterdam moeten rondhangen, omdat de chauffeur nog niet terug mag. Dat noem ik niet klantvriendelijk.’
Bron: Friesch Dagblad (13-07-2007)