Geharrewar over jeugdzorg eindelijk over
Geharrewar over jeugdzorg eindelijk over
Leeuwarden - In de provincie Fryslân is sinds gisteren nog maar één wachtlijst in de jeugdzorg. De provincie en alle bij jeugdzorg betrokken instanties hebben daarvoor hun gegevens bijeen gebracht in een database. Daar moet een einde maken aan de langdurige onduidelijkheid over hoeveel jongeren nu precies zorg nodig hebben en waar het in het zorgproces stokt.
Gedeputeerde Schokker nam de database gisteren symbolisch in gebruik tijdens een bijeenkomst in de hal van het provinciehuis. Het daarbij aanwezige publiek van vertegenwoordigers van de betrokken hulpinstellingen illustreerde meteen wat er tot dusver zo ingewikkeld was aan de jeugdzorg.
Provincieambtenaren, medewerkers van Bureau Jeugdzorg, Stichting Jeugdhulp, Tjallinga Hiem, GGZ Friesland Jeugd, Centrum Indicatiestelling Zorg en het Zorgkantoor helpen elk op de een of andere manier jongeren die in de problemen zijn geraakt. Elk houdt daarvan ook tellingen bij. Iemand die wilde weten hoeveel jongeren in Fryslân hulp nodig hebben voor hun problemen, had te rekenen met al die verschillende tellingen en telmethoden. Die had als het ware heel het verzamelde publiek in de hal van het provinciehuis een voor een langs moeten gaan om een antwoord te krijgen.
Een van de belangrijkste twistpunten over wat je meetelt als wachtlijst is de indicatie - het gesprek met een eerste hulpverlener die vaststelt welke hulp je het beste kunt gebruiken. Tellen ook jongeren die daarop wachten mee in de wachtlijst? Of tel je alleen de jongeren die ná die eerste indicatie moeten wachten op de hulp waar ze naar zijn doorverwezen? Wat dat twistpunt nog ingewikkelder maakt, is dat jongeren die al een indicatie hebben gekregen voor een zwaardere vorm van hulpverlening vaak een lichte vorm van behandeling krijgen. Formeel staan ze op de wachtlijst, maar tegelijk niet omdat ze elders al geholpen worden.
Die onduidelijkheid zorgde er soms voor dat hulpverleningsinstanties na publieke tumult over lange wachtlijsten, naar elkaar gingen wijzen. Dáár stokte het proces, niet hier. Ook kon bijvoorbeeld minister Rouvoet, met een blik op één wachtlijst, zeggen dat in Fryslân maar 85 jongeren op de wachtlijst staan. Terwijl gedeputeerde Schokker, met een blik op een uitgebreider lijst, stelde dat er 217 kinderen wachten, en dat voor elk van hen geld nodig is.
De nieuwe database lost die verschillen op door het zorgproces voor jongeren te beschouwen als een lange keten, met verschillende wachtmomenten. Dat geeft het volgende beeld: in de hele provinciaal gefinancierde jeugdzorg zaten op 1 april 2008 1486 jongeren. Bij het Advies en Meldpunt Kindermishandeling (aan het begin van de keten) wachtten twee jongeren langer dan vijf dagen voor er een onderzoek werd gestart naar hun situatie. Na indicatie wachtten 64 kinderen langer dan negen weken op hulp.
Primeur In vergelijking met 2006 is het aantal jongeren dat zorg krijgt flink gestegen: 55 procent. Tegelijk is het percentage wachtenden gedaald: 4,3 ten opzichte van
Bron: Friesch Dagblad (19-06-2008)