Jagers: pak stropers beter aan
Jagers: pak stropers beter aan
Leeuwarden - Om de stroperij in het Noorden beter te kunnen aanpakken moet de provincie Fryslân net als de provincies Groningen en Drenthe een systeem invoeren, waarbij elke jager meteen een merkteken in zijn afgeschoten ree moet aanbrengen.
Dat stelt de Faunabeheereenheid Fryslân in het gisteren vastgestelde faunabeheersplan voor de komende jaren. Cor Udding, secretaris van de Faunabeheereenheid in de drie noordelijke provincies, zegt dat het erg lastig is om de stroperij effectief te bestrijden als de drie provinciebesturen niet dezelfde regels hanteren.
Gedeputeerde Staten van Fryslân moeten daarom het voorbeeld van Groningen en Drenthe volgen, meent Udding. Daar moet iedere geschoten ree meteen gemerkt en geregistreerd worden. Alleen officiële jagers in die provincies hebben de beschikking over loodjes, waarmee ze het dier kunnen merken. Houdt de politie iemand staande met een ongemerkte ree in zijn wagen, dan geldt hij in principe als stroper. Maar wanneer de controle in het grensgebied met Fryslân is, kan de stroper vrijuit gaan. Udding: ,,Hij kan namelijk zeggen dat hij het dier in Fryslân heeft geschoten, waar een loodje niet hoeft.”
Of er veel gestroopt wordt in de noordelijke provincies, kan Udding niet zeggen. ,,Je hoort wel eens geluiden, maar precies weet je het niet. Eenduidige regelgeving zou de controle wel gemakkelijker maken”, meent Udding. Drenthe telt met circa 10.000 reeën de grootste populatie in het Noorden. Fryslân volgt met 6000 en Groningen met 4000. Landelijk zijn er naar schatting 70.000 reeën. Ongeveer 10 procent komt jaarlijks om in het verkeer.
In het Faunabeheerplan leggen de jagers informatie vast over de populaties van de te beheren diersoorten, schade die in het verleden is opgetreden en schade die in de toekomst te verwachten is. Gedeputeerde Staten moeten het goedkeuren.
Bron: Friesch Dagblad (17-07-2009)