Minder banen door Fries merenproject
Minder banen door Fries merenproject
Leeuwarden - De provincie Fryslân schat de banen die investeringen in het Friese Merenproject opleveren te optimistisch in. Dat zegt de Noordelijke Rekenkamer in een rapport over toerisme en recreatie in Noord-Nederland. De gegevens in de voorspellingen zijn niet goed genoeg voor een betrouwbaar beeld.
Voor een besluit, door Provinciale Staten, over het vervolg van het ambitieuze Friese merenproject moeten de berekeningen en verwachtingen wél realistisch zijn en eventueel worden bijgesteld, vindt de rekenkamer.
Het in 2002 gestarte Friese Merenproject zou in Fryslân moeten leiden tot 580 extra structurele arbeidsplaatsen en 4300 mensjaren aan tijdelijke arbeidsplaatsen in de sector toerisme en recreatie in
Bootpassages
Volgens de Noordelijke Rekenkamer is het niet aannemelijk dat alle verwachte werkgelegenheidseffecten worden gehaald. Voor de tweede helft van het project, waarover Provinciale Staten nog moeten beslissen, moeten realistische voorspellingen worden gedaan, beveelt de rekenkamer aan. De rekenkamer verwijt de provincie dat de gebruikte methodieken niet consequent en juist zijn toegepast. Zo wordt er tussentijds niet goed gemonitord. Opvallend vindt de rekenkamer het bijvoorbeeld dat het aantal bootpassages niet is gebruikt als belangrijke resultaatindicator, terwijl de investeringen in de Friese-Merenprojecten toch zouden moeten leiden tot 17.000 extra bootpassages per dag. De provincie beschikt niet over de juiste (sturings)informatie en is daarom niet in staat vast te stellen in welke mate de toeristische projecten extra werkgelegenheid opleveren, concludeert de rekenkamer.
Gedeputeerde Staten onderschrijven de conclusie van de rekenkamer gedeeltelijk. Ze menen dat er geen geijkte methode is voor het voorspellen van economische effecten van publieke investeringen in toerisme en recreatie.
Ook Drenthe en Groningen schatten werkgelegenheidseffecten van investeringen in de sector toerisme en recreatie te optimistisch in. Zo wordt de vuistregel dat 10.000 tot 15.000 extra bezoekers een extra structurele arbeidskracht oplevert door geen van de noordelijke provincies gehanteerd. Drenthe gaat er zelfs van uit dat tweeduizend extra bezoekers al goed zijn voor een vaste baan.
Natuurbelang
De Noordelijke Rekenkamer constateert verder dat door de investering in toeristische en recreatieve projecten er ook meer aandacht is voor het beheer van duurzame ruimtelijke kwaliteit. Toch had in Fryslân in de helft van de onderzochte gevallen de afweging van het natuurbelang zorgvuldiger gemoeten.
Volgens de rekenkamer geeft de provincie te weinig aandacht aan natuurbelang. Zo zou er vaker een alternatievenonderzoek gedaan moeten worden. Bij de start van het Friese Merenproject was er nog een zorgvuldige afweging van belangen, in de uitvoeringsfase is daar minder sprake van. ‘Een gemiste kans’, stelt de rekenkamer.
Gedeputeerde Staten vinden dat met een belangenafweging tussen economische en natuurwaarden altijd zorgvuldiger omgesprongen kan worden, maar ze zijn het pertinent niet eens met de harde conclusies van de rekenkamer.
De Noordelijke Rekenkamer heeft tussen mei en oktober 2007 zeven toeristische projecten uit het Friese Merenproject onder de loep genomen. Het betreft de watersportkern Heeg en Woudsend, opwaardering van de watersportkern Grou, de klassieke schepenhaven Terherne, de ontwikkeling van de Driewegsluis bij Nijetrijne, het meer de Leijen bij Rottevalle, het project Zicht op de meer De Potten bij Sneek en de Vaaras Sneek. Ook enkele andere toeristische initiatieven zijn onderzocht, zoals de oprichting van bungalowpark Schatzenburg in Menaldum, waterpark Yn ’e Lyte in Grou, buitenplaats De Wedze bij Twijzel en twee initiatieven die horen bij de buitendijkse recreatie IJsselmeerkust.
De resultaten van het onderzoek zijn gisteravond gepresenteerd aan de Provinciale Staten van Fryslân, Groningen en Drenthe.
Bron: Friesch Dagblad (22-02-2008)