Minder grond in Fryslân voor waterberging
21 mrt 2006
Bestuur fluit Wetterskip terug
Minder grond in Fryslân voor waterberging
LEEUWARDEN – De voorgenomen uitbreiding van het aantal hectares grasland in Fryslân die bij wateroverlast mogen onderlopen, gaat niet door. Het algemeen bestuur van Wetterskip Fryslân maakte gisteren korte metten met die plannen. Het waterschap kreeg opdracht de gemaalcapaciteit uit de breiden om meer water te kunnen wegpompen.
Het dagelijks bestuur van Wetterskip Fryslân stelt in het rapport Robuust en veerkrachtig voor om 1650 hectare landbouwgrond voor waterberging in te zetten. Ook staan er tal van andere maatregelen in aangekondigd, om in de toekomst het hoofd te bieden aan zeespiegelstijging en algemene vernatting van Fryslân. De grote lijn van het voorstel is om in tijden van wateroverlast het water beter vast te houden, te bergen en uiteindelijk gecontroleerd af te voeren.
Een van de maatregelen die in het rapport wordt voorgesteld, is het aanwijzen van landbouwgrond, her en der in de provincie, waar tijdelijk water uit de polders kan worden opgeslagen. Die extra capaciteit is nodig om te voorkomen dat de vaarten en kanalen bij een teveel aan water buiten hun oevers treden waardoor bewoond gebied onder water kan komen te staan.
Verschillende bestuursleden hekelden gistermiddag het plan om boerenland te gebruiken voor noodwaterberging. Landbouw is volgens bestuurslid R. Dankert een van de pijlers van de Friese economie. In dat kader past het volgens hem niet om ruim zestienhonderd hectare aan de landbouw te onttrekken en zo de problemen op de Friese boezem op te lossen. Volgens Dankert is een verdere uitbreiding van de gemaalcapaciteit een goedkopere oplossing dan het creëren van waterberging op landbouwgrond. “Fersterkje de gemaalkapasiteit op it Waad en ferheegje de kapasiteit fan de gemalen yn de polders”, zo stelde hij het algemeen bestuur voor.
Dankert kreeg steun van M. van der Ploeg-Posthumus, G. Holtrop-Hoekstra, D. Hoogland en T. Elshof-Wittenveen, die er bij het dagelijks bestuur op aandrongen alternatieven te zoeken. Elshof wees er op dat de landbouw de komende tientallen jaren al veel grond moet inleveren. Voor stedelijke vernieuwing is 10.000 hectare nodig; ook de vergroting van de boezem kost de boeren land. Het bouwen van extra maalcapaciteit en het uitbreiden van de capaciteit van de poldergemalen vragen een investering van zestig miljoen euro.
Bron: Friesch Dagblad (21-03-2006)
