Oude slenk Kollum in oude glorie
16 mrt 2006
Oude slenk Kollum in oude glorie
KOLLUMERPOMP – Eind jaren tachtig ontdekte natuurliefhebber Johan Medemblik een bijzonder stukje natuur tussen Kollum en Kollumerpomp. Rondom een oude slenk kwam nog zoute kwel omhoog. Met wat aanpassingen zou er een heel bijzonder natuurgebied kunnen ontstaan. Gisteren kreeg het gebied, bekend onder de naam De Gruyts, een natuurstatus.
Voorzitter Gosse Roorda van de ruilverkavelingscommissie Kollumerland droeg het 14 hectare grote natuurgebied ten zuiden van Kollumerpomp over aan opzichter Sies Krap van Staatsbosbeheer (SBB). “Wy ha no in hiel bysûnder stikje natoer yn hannen”, weet Krap.
De slenk, die ooit uitkwam in de Lauwerszee, is tussen Kollum en Kollumerpomp weer wat geaccentueerd. Om het waterpeil beter te regelen werd er een stuw gebouwd en kwamen er enkele nieuwe sloten bij in het verlengde van de slenk. In de winter is het waterpeil op het Friese boezempeil. ’s Zomers staat het water lager. In de laagste gedeelten moet de zoute kwel naar boven komen. Door het brakke water kan de kwelvegetatie tot groei en bloei komen, zoals kweldergras en schorre zoutgras.
De doodlopende slenk in het kersverse natuurgebied is circa achthonderd meter lang. Ter hoogte van het Kollumer Grien is een steltloper slaapplaats gemaakt. Het gaat om een poel met een flauw talud. De inrichting van het natuurgebied heeft 70.000 euro gekost. De vogelwacht Kollum was nauw betrokken bij de inrichting van het gebied.
Staatsbosbeheer heeft het landbouwgebied met natuurstatus verpacht aan drie boeren. Vorig jaar werd het weidevogelproject De Gruyts nog genomineerd voor de Nationale Gruttoprijs, omdat boeren, vogelwachters en natuurbeschermers zo goed samenwerken.
In het gebied hebben de boeren hun stukken land ingezaaid met een speciaal ‘vluchtstrokenmengsel’. Als een groot deel van de weilanden gemaaid worden, kunnen de kuikens in deze stroken bescherming zoeken. Dankzij het kruidenrijke mengsel kunnen de kuikens bovendien genoeg vreten vinden. Veehouder Hessel Agema heeft een deel van zijn land in het natuurgebied liggen. Sommige percelen mag hij pas na 21 juni maaien. Erg vindt hij dat niet. Topmelkers hoeven niet alleen maar gras te hebben dat erg energie- en eiwitrijk is. “Kij dy’t droech steane of âld jongfee kinne mei minder enerzjy ta. As je dat witte, hoecht in moderne bedriuwsfiering gjin belemmering te wêzen foar de greidefûgels.”
Bron: Friesch Dagblad (16-03-2006)