OV moet op jacht gaan naar klanten
Reiziger nu nog te weinig in beeld
OV moet op jacht gaan naar klanten
Leeuwarden - Het openbaar vervoer in de regio moet meer doen om mensen in de trein en bus te krijgen. Staatssecretaris Huizinga heeft met de provincies afgesproken dat de vervoerders daar de ruimte voor moeten krijgen. Die houden nu nog te weinig rekening met de behoeften van de reiziger.
Aanleiding voor de afspraken vormt een advies van de Raad voor Verkeer en Waterstaat. Die vindt dat regionale vervoerders hun reizigers centraal moeten stellen. Die komen er nu in sommige gevallen nog bekaaid vanaf, aldus de raad.
De vervoerders zijn volgens de raad wel efficiënter gaan werken door de marktwerking in het openbaar vervoer, maar ze zien nog te vaak de aanbestedende regionale overheden en niet de reizigers als klant. Het gevolg is dat er een soort marktbureaucratie ontstaat, met gedetailleerde afspraken over de dienstverlening die onvoldoende inspelen op de behoeften van reizigers.
De provincies kunnen aan die situatie wat veranderen, door de vervoerders meer ruimte te geven om te ondernemen. Dat kan betekenen dat ze zelf bepalen welke diensten ze aanbieden, met welke kwaliteit en tegen welke prijs. Door met innovaties en investeringen de dienstverlening te verbeteren, zullen de vervoerders ook meer reizigers trekken, verwacht de raad.
Dat zou zo ver kunnen gaan dat de provincies hun geld niet langer direct in de vervoerondernemingen steken, maar als dat nodig is, subsidie verstrekken aan reizigers. Als de ov-chipkaart ingevoerd is, kan er bijvoorbeeld gewerkt worden met een systeem dat bepaalde groepen korting geeft vanuit de overheid, terwijl de vervoerder de volle prijs ontvangt.
Uitgangspunt blijft dat er wel een bepaald minimum aan dienstverlening wordt vastgesteld. Voor Rita van Gelder van de belangenvereniging ROCOV Fryslân, zit ’m daar nou net de kneep. ,,Als je kijkt naar de huidige situatie in het busvervoer, dan is die minimale dienstverlening al een gevoelig punt.” Anders dan bijvoorbeeld in Groningen of Drenthe heeft Fryslân al relatief veel ruimte binnen de concessie aan de vervoerder gelaten. ,,De gemakkelijke lijnen waar goed verdiend wordt, blijven wel rijden. Waar het dunbevolkt is, moeten we toegeven. Dat hebben we bij de wijzigingen in de dienstregeling van eind maart weer gezien.”
Gedeputeerde Adema erkent het risico van de onrendabele gebieden. ,,Daar zullen we als overheid altijd op moeten sturen. In het plattelandsgebied is openbaar vervoer snel onrendabel. Het blijft een nutsvoorziening, dus vrijgeven kun je dat niet.” Volgens Adema is de ruimte die Fryslân meer biedt ten opzichte van Groningen en Drenthe direct terug te zien in de resultaten. ,,Wij scoren hoger op klantvriendelijkheid en ook in reizigersaantal doen we het beter.” Dat de reiziger centraal moet staan, vindt de gedeputeerde vanzelfsprekend. ,,Een goede vervoerder werkt al zo.”
Connexxion, die het grootste deel van het busvervoer in Fryslân verzorgt, vond het te vroeg om te reageren. ,,Wij hebben het rapport nog niet kunnen lezen”, zegt een woordvoerder.
Bron: Friesch Dagblad (18-05-2009)
