Vervolg van merenproject is onzeker
Vervolg van merenproject is onzeker
Leeuwarden - Het staat niet vast of het ambitieuze Friese Merenproject een vervolg krijgt. Provinciale Staten willen meer helderheid over wat de investeringen in het project aan werkgelegenheid opleveren. Eerder stellen zij geen krediet beschikbaar. Dat werd gisteren duidelijk tijdens een commissievergadering.
Er is haast geboden, want Gedeputeerde Staten willen vóór de zomer verder.
In de commissievergadering werd voortgeborduurd op het rapport Toerisme en Recreatie in Fryslân van de Noordelijke Rekenkamer. In dat rapport kwam naar voren dat de provincie bij het Friese Merenproject het natuurbelang laat ondersneeuwen en dat de effecten voor de werkgelegenheid te rooskleurig zijn ingeschat. De Statenleden moesten hieruit lering trekken voor de toekomst. Dat deden ze. ,,We willen hardere garanties op behaalde resultaten en een goede systematiek voor wat het Friese Merenproject aan werk oplevert. Eerder stellen we geen krediet beschikbaar voor deel twee”, zei Willem Haarsma van de PvdA. De andere fracties sloten zich daar bij aan.
In het Friese Merenproject is tussen 2002 en 2006 245 miljoen euro geïnvesteerd. Hiervoor zijn vijf aquaducten aangelegd in de Zuidwesthoek, zijn bruggen opgehoogd, wateren gebaggerd en zijn of worden dorpskernen opgeknapt. Alles bij elkaar wil de provincie ruim een half miljard euro investeren in betere bereikbaarheid van Fryslân op en rond het water. Dit zou moeten leiden tot 580 vaste banen en 4300 tijdelijke banen. Volgens de rekenkamer is het niet aannemelijk dat deze resultaten worden behaald en moeten voor een vervolg van het project realistischer voorspellingen worden gedaan. Ook het voorspelde aantal bootpassages en de voorspelde investeringen door toeristen zijn vooralsnog niet uitgekomen.
Bij het vervolg van het Friese Merenproject horen onder meer het vergroten of verdubbelen van de sluizen bij Lemmer, Stavoren, Workum en Makkum, een staandemastroute van het oosten van Leeuwarden naar het Lauwersmeer en het creëren van een vaarnetwerk met de buurprovincies.
Voor het financieren van deel twee van het Friese Merenproject, gepland tussen 2008 en 2013, moet overigens ook nog dekking worden gevonden. Voor het uitvoeren van het eerste deel is veel Haagse en Europese subsidie in de wacht gesleept. Veel van die subsidiemogelijkheden zijn na 2006 echter vervallen. De provincie hoopt andere potjes aan te kunnen boren, maar heeft voor zover bekendgemaakt nog geen resultaten geboekt.
Terugbetalen
Esther Keizer (CDA) wilde weten of de werkwijze van de provincie Fryslân kan leiden tot het terugbetalen van subsidies aan Den Haag of Europa. ,,Zou kunnen”, antwoordde Ad Nijhuis van de Noordelijke Rekenkamer. ,,Niet het geval”, zei gedeputeerde De Vries heel beslist.
De rekenkamer en het dagelijks bestuur van de provincie zijn het over meer uitkomsten van het rapport lang niet helemaal eens. Gedeputeerde Staten had een waslijst aan kritiekpunten. Dat leidde weer tot ergernis bij de Noordelijke Rekenkamer. Volgens Nijhuis kunnen Provinciale Staten hun controlerende functie pas goed vervullen als zij kunnen beschikken over alle gegevens die daarvoor nodig zijn. ,,En daar ontbreekt het hier en daar aan.”
Ook kun je volgens Nijhuis niet voor een pragmatische aanpak kiezen als wettelijke regelingen aangeven dat procedures gevolgd moeten worden. Iets wat de provincie volgens het rapport heeft gedaan. Gedeputeerde De Vries bestreed dat de provincie de wet heeft overtreden.
Bron: Friesch Dagblad (03-04-2008)
