Vrijstelling jacht op vos ‘voorbarig'
13 mrt 2006
Vrijstelling jacht op vos ‘voorbarig'
NIJKERK - Te snel is er een landelijke vrijstelling gegeven voor het afschieten van vossen. Het eindresultaat van driejarig onderzoek naar de invloed van predatie op de weidevogelstand leert dat de vos niet de grootste en zeker niet de enige ei- en kuikenrover is.
Zaterdag werd in Nijkerk het rapport gepresenteerd. Onder druk van de Tweede Kamer ging landbouw? en natuurminister Cees Veerman vorig jaar al akkoord met de ruime mogelijkheden voor jacht op de vos.
Dat is te vroeg geweest, oordelen de onderzoekers. Het is duidelijk geworden dat de situatie overal verschillend is, concludeert Wolf Teunissen. Zijn collega Hans Schekkerman stelt vast dat een landelijke vrijstelling voor vossenjacht daarom niet direct een eerste oplossing is waar de onderzoekers zelf aan denken.
In totaal zijn vijftien diersoorten herkend als predator van kuikens. Elf daarvan waren vogels, vier soorten waren zoogdieren. Niet een was verantwoordelijk voor meer dan 20 procent van het verlies aan kuikens. Buizerd, hermelijn en blauwe reiger bleken de grootste rovers. Op afstand volgden onder andere zwarte kraai, torenvalk, havik, kat en vos.
Voordat er kuikens zijn, missen de vogels al meer dan 50 procent van hun eieren door predatie. Zijn bij kuikenroof vooral vogels de daders, bij eieren gaat het vaker om zoogdieren. Het komt voor dat de vos de hoofdrol speelt, maar op andere plaatsen is het de hermelijn.
Bron: Leeuwarder Courant (13-03-2006)
