Werkstraf geëist voor oudjaarrelletjes
Werkstraf geëist voor oudjaarrelletjes Surhuisterveen
LEEUWARDEN/SURHUISTERVEEN - Ruim een jaar na dato moesten twee Surhuisterveners (19 en 20 jaar) zich voor de Leeuwarder rechtbank verantwoorden voor hun -vermeende- aandeel in de ongeregeldheden tijdens de jaarwisseling 2007-
Op de Burmaniastraat was op Oudjaarsdag 2007 een grote brandstapel gebouwd van onder meer oude bankstellen en afvalhout. Toen de brandweer het vuur probeerde te blussen, werd er vanuit het publiek met zwaar vuurwerk gegooid. In dezelfde zaak werden al een aantal minderjarigen veroordeeld tot fikse werkstraffen.
De 19-jarige verdachte zou betrokken zijn geweest bij het verzamelen van materiaal voor de brandstapel en het gooien van vuurwerk naar de brandweer. De Surhuistervener ontkende dat hij heeft meegeholpen bij het opbouwen van de brandbult. Hij had wel bij het vuur staan kijken, net als iedereen. 'De hele buurt stond daar'. Ook had hij geen zwaar vuurwerk -nitraatbommen, vlinderbommen en babypijltjes- naar de brandweer gegooid. 'Ik heb dat jaar geen vuurwerk gehad. Dit jaar ook niet', zei hij. Zijn moeder trad op als getuige. Zij bevestigde de verklaring van haar zoon.
De andere verdachte bekende dat hij twee molotovcocktails had gemaakt voor een paar vrienden. De brandbommen zouden gebruikt zijn om het vuur aan te steken. Op de vraag van een van de rechters waarom hij de brandbommen thuis had gemaakt, antwoordde de verdachte: 'Omdat ze dat vroegen'. Hij zei dat hij niet wist dat het maken en het in bezit hebben van molotovcocktails strafbaar is.
De brandweer had de situatie op de Burmaniastraat als zeer gevaarlijk en bedreigend ervaren. Terwijl het zicht door de extreem dichte mist slecht was, spatte het zware vuurwerk tussen de voeten van de brandweerlieden uiteen. Een groep van zo'n 40 tot 50 personen had zich rond de brandstapel verzameld. Uiteindelijk kwamen uit het roddelcircuit de namen van een aantal mogelijke daders naar voren, waaronder die van de twee verdachten. Tot verbijstering van de vader van een van de jongens, de man beende boos de zaal uit, concludeerde officier van justitie Roelof de Graaf dat de twee een wezenlijk aandeel hadden in de ongeregeldheden.
De Graaf vergeleek de situatie in Surhuisterveen met de gebeurtenissen in Haulerwijk, waar de brandweer tijdens de jaarwisseling van 2007 bij het blussen van een paar brandende caravans ook werd belaagd door omstanders. De officier eiste voor beide verdachten een werkstraf van 240 uur en een voorwaardelijke celstraf van vier maanden. De 19-jarige had nog een voorwaardelijke werkstraf van 40 uur boven zijn hoofd hangen. Die moet hij alsnog uitvoeren, vond de officier.
Uitspraak: 17 maart.
Bron: NijsNet (04-03-2009)