‘Gebied bepaalt gedrag jeugd’
Jeugd in achterstandsgebied gedraagt zich twee keer zo vaak strafbaar of agressief, ook op platteland
‘Gebied bepaalt gedrag jeugd’
Leeuwarden - Jongeren tussen de 11,5 en 13,5 jaar oud hebben vaker gedragsproblemen als zij in achterstandsgebieden wonen. Het maakt niet uit of dat gebied een stadswijk of een plattelandsdorp is. Dat blijkt uit onderzoek dat onder meer in Fryslân werd gehouden.
De jongeren die in achterstandsgebieden wonen zouden agressiever en vernielzuchtiger zijn dan hun leeftijdsgenoten in welvarender wijken of dorpen. Ze vechten en stelen twee keer zo vaak. Ook stichten ze vaker brandjes.
Dat blijkt uit het zogeheten Trials-onderzoek, een grote studie naar de lichamelijke en geestelijke gezondheid van 2250 jongeren uit Fryslân, Groningen en Drenthe. De studie loopt sinds 2001 en wordt gehouden door het Universitair Medisch Centrum Groningen, onder leiding van professor Menno Reijneveld.
Inkomen
Voor de studie vroegen de onderzoekers aan 2250 jongeren en hun ouders om vragenlijsten in te vullen. De vragen gingen over het gedrag van de jongeren, hun opvoeding, de gezinssamenstelling en de sociaal-economische positie van de ouders - hun beroep, inkomen en vooropleiding. Twee jaar later vulden de deelnemers de vragenlijsten opnieuw in. Reijneveld onderzocht juist jeugd tussen de 11,5 en 13,5 jaar oud omdat in die twee levensjaren de meeste veranderingen zouden plaatsvinden.
Het Trials-onderzoek wordt juist in de Noordelijke drie provincies verricht omdat de meeste kennis over gedragsproblemen is verkregen door studies die in steden zijn gehouden. Het UMCG wilde weten in hoeverre die stedelijkheid nou precies van invloed is op het gedrag.
Niet tot nauwelijks, blijkt. Hoeveel huizen en gebouwen ergens staan maakt niet uit, maar wél de omstandigheden waaronder jongeren opgroeien. In regio’s met het stempel achterstandsgebied misdragen jongeren zich volgens de onderzoekers vaker - of dat gebied nu een stadswijk in de Randstad is of een dorp in Fryslân.
Achterstand
De onderzoekers lenen de definitie ‘achterstandsgebied’ van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Die meet daarvoor de mate van werkloosheid, het gemiddelde inkomen en het opleidingsniveau. De conclusies zijn interessant voor de discussie over hoe het kabinet achterstanden in Nederland wil oplossen. Toenmalig minister Vogelaar trok vooral geld uit voor probleemwijken in steden, onder andere Heechterp/Schieringen in Leeuwarden. Enkele provincies vonden dat een dorp net zo goed als achterstandsgebied kon gelden. Maar Vogelaar wilde daar niet aan.
Bron: Friesch Dagblad (02-09-2009)