‘Natuurbeheer helpt flora en fauna amper’
30 jan 2006
‘Natuurbeheer helpt flora en fauna amper’
DRACHTEN – Agrarisch natuurbeheer zet weinig zoden aan de dijk. De vogels, insecten en planten die zouden moeten profiteren van het natuurbeheer doen dat amper. Dat blijkt uit onderzoek van de Wageningen Universiteit in vijf Europese landen. De overkoepelende agrarische natuurvereniging in Fryslân BoerenNatuur nuanceert de onderzoeksresultaten.
De Wageningen Universiteit presenteert het onderzoek vandaag tijdens een symposium. De universiteit kon vanochtend de exacte cijfers nog niet prijsgeven, wel bevestigt een woordvoerder dat het natuurbeheer weinig effect heeft.
In de vijf onderzochte landen, waaronder Nederland, wordt aan agrarisch natuurbeheer gedaan. Bij agrarisch natuurbeheer houdt de boer bij zijn werkzaamheden rekening met de flora en fauna in zijn weilanden. Uit het onderzoek blijkt dat de te beschermen planten en vogels weinig profiteren van de maatregelen. De onderzoekers wijten dit aan de oppervlakkigheid en breedschaligheid van het natuurbeheer. Het zou beter zijn wanneer minder boeren meer maatregelen zouden treffen.
Fryslân
Secretaris R. Sytema van BoerenNatuur in Drachten is het niet eens met de conclusie van de Wageningen Universiteit. “Wij hebben voldoende voorbeelden waaruit blijkt dat agrarisch natuurbeheer wél aanslaat.” Sytema stelt dat de onderzoekers alle vormen van natuurbeheer, dus ook de “ouderwetse” op één hoop hebben gegooid en toen de vogels hebben geteld. “En inderdaad, niet alle vormen zijn halleluja. Vroeger werd er gedacht: hoe later we maaien, hoe beter het is voor de weidevogels. Maar het blijkt dat de weilanden daardoor juist verschralen, het leven er uit gaat en daarmee de vogels wegblijven.”
Een vorm die wel aanslaat, is volgens Sytema het zogenoemde mozaïekbeheer. Hierbij maaien boeren steeds niet meer dan een gedeelte van hun weilanden tegelijk, en houden ze rekening met broedperiode van de vogels. Door niet alles in één keer te maaien, kunnen jonge weidevogels bovendien het hoge gras in vluchten wanneer er een cyclomaaier of een roofvogel aankomt.
Tien agrarische natuurverenigingen in Noord-Nederland hebben het mozaïekbeheer enkele jaren geleden ingevoerd op bijna drieduizend hectare grasland. En de resultaten zijn goed, aldus Sytema. Neem de tureluur (tsjirk) . Die populatie is in vier jaar tijde verdubbeld. Maar ook de grutto (skries) en kievit (ljip) doen het goed. Toch ziet Sytema het onderzoek van de Wageningen Universiteit eerder als een steuntje dan als een dolk in de rug. “Als je het specificeert, blijkt dat mozaïekbeheer wel aanslaat.” Hij hoopt dat het1 onderzoek ertoe leidt dat meer boeren aan juist deze soort van natuurbeheer gaan doen.
Met agrarisch Natuurbeheer door boeren in heel Europa is jaarlijks ongeveer twee tot vier miljard euro gemoeid.
Bron: Friesch Dagblad (30-01-2006)