‘Staatsbos’ vroeg veel te veel erfpacht
Huisjesbezitters zijn niet tevreden met rapport
‘Staatsbos’ vroeg veel te veel erfpacht
Terschelling - Staatsbosbeheer ging veel te ver, toen ze vorig jaar de erfpacht voor zomerhuisjes op Vlieland, Terschelling en Texel opeens met soms wel 540 procent verhoogde. Dat oordeelt de commissie die in opdracht van minister Verburg onderzoek deed. De commissie is verdeeld over hoe hoog de pacht wél zou moeten zijn.
Voorzitter Jitske de Jong en vier van haar vijf commissieleden vinden dat een stijging van maximaal 315 procent moet kunnen. De vertegenwoordiger van de Vereniging van Erfpachters, Hans Broeren, vindt 160 procent het maximum.
Op Terschelling, Vlieland en ook Texel staan honderden huisjes op grond die altijd eigendom blijft van Staatsbosbeheer. In de jaren dertig zijn de kavels door de toenmalige rijksdienst voor het eerst uitgegeven in erfpacht, een soort huur, maar dan voor dertig jaar tegelijk.
In 1998 werd Staatsbosbeheer een Zelfstandig Bestuursorgaan, dat een nieuwe methode aannam voor het berekenen van de erfpacht. De zogenoemde canon zou ‘marktconform’ moeten worden, ‘winstgevend’ in plaats van hooguit ‘kostendekkend’, zoals de decennia daarvoor gebruikelijk was.
Toen de eilanden eind 2007, 2008 weer aan de beurt waren voor herziening van de contracten, bleek dat huiseigenaren daar soms meer dan vijf keer zoveel per jaar zouden moeten betalen. Bovendien zou de prijs jaarlijks aangepast worden aan de inflatie worden, met de mogelijkheid om iedere tien jaar een extra verhoging door te voeren.
De rekeningen veroorzaakten een storm van protest, ook van de gemeentebesturen. Die voorzagen namelijk dat eigenaren de huurprijzen enorm zouden moeten verhogen, waardoor toeristen zouden wegblijven.
Een ander spookbeeld was dat eigenaren gedwongen zouden worden hun huisje te verkopen aan een rijkaard, die het niet zou verhuren maar voor zichzelf zou houden. Ook dat is slecht voor de eilandeconomie.
Onvolledig
De commissie oordeelt unaniem dat Staatsbosbeheer de contracten minder eenzijdig in zijn voordeel moet opstellen. Zo zou de huiseigenaar bij verkoop van zijn gebouw, het pachtrecht zonder gezeur moeten kunnen overdragen aan de nieuwe eigenaar. Ook zou er mogelijkheid tot afkoop moeten zijn, en zou een verhoging geleidelijk moeten worden ingevoerd.
Maar hoe hoog het tarief dan mag zijn (welk percentage van de waarde van de grond) en hoe je de waarde zelf het best vaststelt, daar komt de commissie niet uit. De Jong en haar medestanders vinden - kort samengevat - dat van de WOZ-waarde van huisje en grond, 40 procent moet worden afgetrokken. Over dat bedrag mag je dan een tarief heffen, gebaseerd op het rentepercentage van de staatsleningen, plus 0,75 procentpunt.
Een voorbeeld: voor een lapje grond van
Bron: Friesch Dagblad (28-05-2009)